Team Moma

Margo

Prinses in de friettent. Dat wilde ik worden. Niet omdat ik als kind zo graag frietjes at en al helemaal niet omdat we het thuis iedere dag kregen. Maar het was altijd gezellig in de snackbar en mensen gingen er blij weer naar buiten.

Als je het zo bekijkt  ben ik eigenlijk heel dicht bij mijn kinderdroom gebleven.  Die gezellige en gastvrije omgeving hebben we ook bij Moma gecreeerd. Klanten voelen zich welkom bij ons, ze krijgen de aandacht die ze verdienen en wij zijn pas tevreden als ze weer met een goed gevoel vertrekken.

Ik  herken het bij mijn klanten hoe belangrijk het is om er goed verzorgd en stijlvol uit te zien omdat ik zelf ook zo in elkaar zit. Het geeft mij veel voldoening als ik een blij gezicht in de spiegel zie. Daarvoor pak ik iedere dag weer met veel plezier de schaar op.

Maar eerlijk is eerlijk: als ik thuiskom en mijn kinderen Ties en Julia op me afstormen ben ik  met hetzelfde enthousiasme moeder en partner van Leon.

Hobbies? Jazekers! Hardlopen en hardlopen en hardlopen, liefst iedere dag.

Aanwezig op: Ma/di/vrij/za

Evi

Als iedereen dezelfde kant uitgaat, kies ik precies voor de andere kant.

Ik ben geen volger, ik wil altijd iets anders. Dat is, denk ik, wel een van de belangrijkste kenmerken van mij. Je ziet dat in de kleren die ik draag. En natuurlijk in mijn knalrode haarkleur. Ik hou ervan als iets heel uitgesproken is. Mijn moeder wordt er wel eens moe van. Die zegt dan: “Het zou heel fijn zijn als je ook gewoon een keer iets normaals zou doen.”

Zo kwam ik ook terecht bij het televisieprogramma ‘Million Dollar Island’. Dat werd opgenomen op een onbewoond eiland in de Filipijnen waar je moet zien te overleven. Je realiseert je dan pas goed wat je hier hebt. Ik ben er na elf dagen zelf uitgestapt omdat ik in een stuk glas was getrapt en naar huis wilde. Maar toch zou ik het zo weer doen.

Ik heb op school ook een onderdeel gevolgd waarin je met pruiken en haarstukken aan de slag gaat. Dan kom je in ziekenhuizen en merk je hoe dankbaar het is als je mensen blij kunt maken met mooi haar.

Dat gevoel, dat je mensen blij weer de deur uit ziet gaan, vind ik ook het mooiste van mijn werk bij Moma. Soms, als je merkt dat klanten ervoor open staan, stel ik wel eens voor om een wat fellere kleuring te doen. Maar zo’n rode bos haar als ik zelf heb, adviseer ik niet snel. Het vraagt heel veel onderhoud om het mooi te houden.

In mijn vrije tijd ben ik vooral te vinden op de festivals. Hardcore. Wat mijn record is? 2023. Toen heb ik op 24 festivals gefeest. Niet normaal, ja.

Aanwezig op: Di/woe/vrij/za

Mandy

Knippen zonder dat je een opleiding hebt gedaan, is geen goed idee.

Vraag dat maar aan mijn vader. Die durfde niet meer de deur uit toen ik hele happen uit zijn haar had geknipt. Dat verhaal doet het nog steeds goed op familiefeestjes, maar hij was er toen niet blij mee.

Ik was 4 toen ik zei dat ik kapster wilde worden. Altijd in de weer met haar. De kinderen uit mijn dorp wisten dat ze bij me terecht konden. Vlechten en opsteken, ik deed niets liever. Dat ik later de kappersopleiding ging doen, was voor niemand een verrassing.

Het is nog steeds een fijn beroep, lekker onder de mensen. Een levend forum noemen we het wel eens hier. Je weet door alle verhalen waar je het beste op vakantie kunt gaan of waar de goede restaurantjes te vinden zijn.

Inmiddels werk ik lang genoeg als kapster om te weten dat je het vooral moet hebben van ervaring. En als je genoeg ervaring hebt, moet je dat durven inzetten. Ik zie meteen wat bij iemand past: welke kleur, welk kapsel. Ik vind dat het mijn taak als kapster is om met ideeën te komen, adviezen te geven. Daar mag een klant natuurlijk anders over denken; die hoeft niet klakkeloos mee te gaan met mijn voorstellen. Maar weet je hoe het is? Ik heb het bijna altijd goed.

Thuis ben ik vriendin van Mark en mama van Nova & June. Ik hou van gezelligheid, nodig graag vrienden uit of ga lekker uit eten. En het allerliefst doe ik aan CrossFit om een fitte mama te blijven.

Aanwezig op: Di/woe/vrij/za

Marlon

Als ze mij vragen waarom ik zo graag kapster ben dan hoef ik daar niet lang over na te denken. Het is  heel fijn om contact te hebben met heel veel verschillende mensen, om ze mooi te maken en te zien dat ze blij de deur uitgaan.

Ik heb nooit iets anders willen doen dan dit, ik wist als kind al dat ik kapster wilde worden. Dat speelde ik ook. Ik was zo’n barbiemeisje met heel veel barbies en een barbieboot en zo.  Wat ik het allerliefste deed was hun haar knippen. Dus na verloop van tijd had ik alleen nog maar barbies met heel kort haar. Mijn zus moest haar barbies beschermen anders had ik die ook nog geknipt.

Je kunt in dit vak ook lekker creatief zijn en daar hou ik ook wel van. Ik heb heel veel armbandjes gemaakt maar sinds ik kinderen heb ben ik vooral met hen samen aan het knutselen. Mijn dochter wil trouwens ook kapster worden en ja, ze is ook gek op barbies. Maar voorlopig heeft ze er nog niet de schaar in gezet.

Aanwezig op: Ma/di/za

Doga

Lang voordat ik bij Moma ging werken, was ik er al klant.

Mijn moeder nam ons al vroeg mee, dus toen dat telefoontje kwam, was Moma voor mij zeker geen onbekende.

Mandy belde op een goed moment. Ze zei dat Moma vooral op de drukke zaterdagen wel wat hulp kon gebruiken en vroeg of ik belangstelling had in een bijbaantje. Daar stond ik als vijftienjarige wel voor open. Ik vond het altijd gezellig bij Moma, dus we spraken meteen af dat ik een dag op proef zou komen. Daarna ben ik gebleven.

Ik begon met vegen en opruimen en na een tijdje pakte ik steeds meer aan. Dat ging helemaal vanzelf. Inmiddels word ik ook ingezet om te wassen en af te rekenen, ik neem de telefoon aan en breng koffie en thee rond. Zo’n beetje alles. Het enige wat ik niet doe, is knippen en kleuren.

En dat is wel eens verwarrend voor vrienden die horen dat ik in een kapsalon werk en meteen vragen of ze ook door mij geknipt kunnen worden. Nee dus. Ik vind dat ik bij Moma een hele leuke bijbaan heb. Het is er heel gezellig en ik heb er lol in om met de klanten een beetje te buurten. Maar mijn ambities liggen ergens anders.

Ik wil verder in de journalistiek. Totaal iets anders, ja. Ik doe de opleiding in Tilburg en wil vooral stukken gaan schrijven. Voorlopig combineert die studie goed met mijn baantje bij Moma, omdat ik op zaterdag geen les heb.

Oh ja, als je nou denkt: ‘Wie is Doga? Die naam heb ik bij Moma nooit gehoord.’ Klopt, je spreekt het anders uit: Dowa dus.